'Wild' spotten

20-07-2017 19:41

We vertrekken naar Letland. Om 9.15 uur zijn we gaan rijden. Ontbijten doen we wel in de camper. We zijn allereerst op weg naar iets dat op een automuseum lijkt. Als we op de website, genoemd in de folder van de Baltische Staten kijken, zien we alleen informatie over een kampeerterrein. Zoeken op automuseum in Pärnu levert wel wat op, maar geen concreet adres.
Pärnu is ruim 100 km bij de camping vandaan en daarvan gaan 98 km over de hoofdweg (snelweg) in Estland. Stel je er niet teveel bij voor. De snelweg is 1-baans, zonder afscheiding in het midden.
Ruim voordat we in Pärnu zijn, rijden we langs een bord 'Automuuseum' (geen typefout) en daar gaan we kijken. We zijn bij het enige automuseum van Estland aangekomen. Het plaatje uit de folder betreft een jaarlijks evenement dat op een kampeerterrein plaats vindt.
Gelukkig hebben we toch toevalligerwijs dit automuseum gevonden. Er is een mooie verzameling van alleen maar volledig gerestaureerde voertuigen en vrijwel allemaal van Russische makelij, klein en groot, zelfs staatswagens gebruikt door Gorbatsjov of ministers uit het Sovjet tijdperk. Om de auto's in goede staat te houden, staat de airco wel erg fris afgesteld, dus voelen de frisse temperaturen buiten als lekker aan als we weer buiten staan. Als we in de buurt van de grens tussen Estland en Letland aankomen, staan we in de file. We pakken de paspoorten maar vast, maar begrijpen het controlesysteem niet echt. Elke keer gaan we een flink
stuk vooruit, maar daarna staan we weer voor langere tijd stil.
Tot we uiteindelijk bij de grenspost op een wegwerk stuiten, voorzien van een stoplicht, waardoor we elke keer moesten wachten. Gecontroleerd wordt er niets, er lopen niet eens douanebeambten, dus we rijden zo Letland binnen en ruimen de paspoorten weer op.

Paul heeft bedacht dat het wel leuk is om van de hoofdweg af te gaan en door het Letse land te rijden. Dan zie je nog eens wat anders dan auto's. Dat hebben we geweten. Enkele kilometers voorbij de grens nemen we
een korte omweg door het Letse land. Als we nog maar kort van de hoofdweg af zijn, gaan we 'off road'. Gedurende 7 kilometer is de weg onverhard en kunnen we niet harder rijden dan 20 kilometer per uur, want alles trilt, schuift van de tafel en maakt lawaai in de kasten. De bouten en moeren van de auto zijn direct uitgetest en door de keuring gekomen. Af en toe juichen we als we 30 meter asfalt tegenkomen op een bruggetje of in een dorpje. Daarna gaat de onverharde weg gewoon verder. Als we weer op verharde weg uitkomen, blijkt de verharde weg in Letland te bestaan uit wegen met gaten, scheuren of net nieuw aangelegd asfalt, waar we last hebben van opspattend grind.
We spotten ook 'wild' onderweg. Liske en Krista zien een rendier vlak langs de weg, er zijn veel ooievaars die in de weilanden rondlopen en dan zien we ook de nodige ooievaarsnesten op schoorstenen van huizen of op electriciteitspalen. Ook zien we een fiets in de berm liggen en een man ernaast. Oeps, wat is dit. Zou de beste fietser misschien aangereden zijn. We keren om en gaan de Let redden. Als Ruud en de jongens zijn uitgestapt om te zien of er nog leven in zit, blijkt de man zo dronken als het maar kan, laten we hem maar liggen en vervolgen we onze weg.
Ook de laatste kilometers naar de uitgezochte camping gaan weer over onverharde weg, door een voormalig militair Sovjet terrein, dat nu nog gebruikt wordt als oefenterrein. We zien diverse groepen militairen, inclusief een tank en pantservoertuigen, plus een militair die aan het oefenen was met schieten met een indrukwekkend uitziend schiettuig. Krista wilde liever niet meer naar deze camping. En al helemaal niet meer als we het pad richting de camping op rijden en Ruud een slang ziet kruipen langs de kant van de weg.
We zien in eerste instantie ook geen tenten of caravans/campers, maar naarmate we dichterbij de receptie komen, zien we toch het een en ander aan kampeermiddelen. Er zitten Nederlanders buiten als we uitstappen en die geven aan dat het hier heerlijk rustig en afgelegen is en dat de camping alle faciliteiten heeft die je nodig hebt. Wel hoor je af en toe schietgeluiden, maar de meeste tijd hoor je niets.
De jongeman van de receptie is zeer vriendelijk en behulpzaam, er is vers brood te bestellen, de zon schijnt weer volop (alhoewel vandaag een paar spetters regen gehad onderweg) en het
speel-sportveld is ernom groot, dus we gaan ons echt wel 2 dagen vermaken hier.