Bosnië
Voor half 10 zijn we weer vertrokken, want je weet nooit hoelang de reis door Montenegro duurt. We rijden expres een beetje om, zodat we niet meer langs Budva hoeven, waar we 2 dagen terug zo lang file gereden hebben. We gaan dus de andere kant op, dan door een tunnel richting het binnenland, langs Podgorica, dan naar Nicsic en vervolgens richting de grens. Tot Podgorica gaat het prima, maar dan is het toch weer filerijden langs de hoofdstad van dit bijzondere land. Zodra we Podgorica voorbij zijn gaat het weer goed en verder blijft het goed gaan tot aan de grens met Bosnië, ook al moeten we vanwege een wegwerk kilometers lang off-road rijden. Om 12.45 uur staan we stil bij de grensovergang. Ramen en zelfs de deur gaan open vanwege de warmte. We schieten elke keer maar een heel klein stukje op. Na goed 1,5 uur zijn we de eerste grenspost voorbij, maar net als 2 dagen geleden is hier ook een tweede grenspost, waar men weer de ID-kaarten en de groene kaart van de camper wil zien en we opnieuw een stempel in ons paspoort krijgen. We zijn nog net geen 2 uur verder sinds we bij de grens aankwamen als we Bosnië binnenrijden. Ook hier ligt veel rommel aan de kant van de weg, zijn heel veel huizen in puin, maar het landschap is toch meteen veel groener, af en toe bebouwd en veel leuker om naar te kijken. Ook hier kijk je je ogen uit aan wat er aan oude vervoersmiddelen wordt gebruikt. Binnen 10 kilometer kun je er een museum mee vullen.
De reis door Bosnië verloopt prima. Geen gedoe meer met mensen die zich vlak voor je camper gooien om de weg op te gaan. Alles loopt wat gemoedelijker. In een dorpje vlakbij de camping zien we een redelijke supermarkt. Daar doen we snel wat inkopen en dan zoeken we River Camp Bara in Blagaj, een dorpje net buiten Mostar. We vinden het vrij snel door de goede bewegwijzering, maar deze camping is misschien maar 2 keer zo groot als onze achtertuin, aan een snel stromende beek, met watervallen en een viskwekerij aan de overkant van het water, 2 toiletten en 1 douche, maar we zitten hier prima. De beek levert ook veel frisse lucht op, het wordt zelfs koud als je buiten zit in de avond en je flessen, blikjes en pakken drinken worden heerlijk fris als je ze een uurtje in de beek legt.
Paul wil een poging wagen om tegen de stroom in te zwemmen, maar het water is zo koud dat hij er snel weer uit komt als hij tot zijn middel in het water heeft gestaan. Ook worden door diverse kampeerders aan de beek visjes gefileerd en opgegeten. Je kunt gewoon je eigen maaltje uit de beek hengelen.
Zulke goede vissers en viseters zijn wij niet, dus we houden het bij een stukje vlees warm maken op de barbecue. Na het eten zijn Ruud en Liske nog een rondje door het dorp gelopen, op zoek naar een pinautomaat om Bosnische Marken te gaan halen en de bushalte te zoeken om morgen met de bus naar Mostar te gaan. We komen langs een monument ter nagedachtenis aan de omgekomen mensen in de oorlog tussen 1992 en 1995. Dat zijn er veel. De begraafplaatsen zijn hier ook enorm groot. We zitten hier in een Islamitisch gebied. Uit de moskee komt in de loop van de avond lawaai en ook kun je hier de waterpijp roken in het café.